Henk Pannekoek en zijn vrouw Gerda, die ook meewerkt in hun gezamenlijke bedrijf Aqua Aurora, wonen op een bijzondere plek in het buitengebied van Apeldoorn. In hun enorme tuin staat ook het bijgebouw waarin de bedrijfsactiviteiten zijn ondergebracht. Deels is dit ingericht als showroom voor de producten die Aqua Aurora maakt (met name vitalisers in verschillende vormen en maten), maar ook de meeste uitvindingen die Henk in de loop van de afgelopen drie decennia deed, staan hier uitgestald; veel hiervan zijn gepatenteerd.
Koivijver
De volledig glazen wand van het bedrijfsgebouw biedt uitzicht op een grote vijver met een strandje – geen gewone vijver, zo blijkt al snel. Dit waterbassin is namelijk helemaal gevuld met grondwater dat met schelpkalk is gevitaliseerd – een appeltje voor de dorst in periodes van droogte, maar ook voor het geval de drinkwatervoorziening zou gaan haperen. Henk heeft dit concept zelf ontwikkeld en op eigen terrein uitgewerkt, zodat hij het ook aan anderen kan laten zien.
Achter deze vijver, naast het huis, ligt nog een vijver: de koivijver. Houdt Henk zo van koikarpers? Nou, nee… Ook dit is begonnen als experiment: hij wilde onderzoeken of een vijver met gevitaliseerd water, waar bovendien voortdurend extra gevitaliseerde lucht in wordt gepompt, inderdaad de positieve gevolgen zou hebben die hij voorzag: gezonde vissen en helder blijvend, zuurstofrijk water, waardoor er geen chemicaliën meer nodig zijn en daardoor veel minder kosten en milieubelasting. En inderdaad: dat was precies het resultaat.
Experimenten
En dan is er nog de moestuin van de familie Pannekoek: ook die ligt er stralend bij. Voor de groenten gebruiken Henk en Gerda gevitaliseerd water en de bodem is direct verrijkt met schelpkalk. Ook hier worden allerlei experimenten gedaan: wat gebeurt er bijvoorbeeld met aardappelen, of met bietjes, als zaden of pootgoed wel of juist niet worden gevitaliseerd, als deze groeien in verrijkte of in onverrijkte grond, en als ze besproeid worden met gewoon water of gevitaliseerd water? Henk heeft inmiddels ordners vol met de meetresultaten van deze en soortgelijke proeven, waaruit in alle gevallen blijkt dat gevitaliseerde grond, gevitaliseerde zaden en pootgoed, gevitaliseerde mest, gevitaliseerd water en gevitaliseerde lucht leiden tot substantiële kwaliteitsverbeteringen van alles wat hiermee in aanraking komt – overigens tot de mens zelf aan toe. En er zijn zoveel toepassingen van schelpkalk mogelijk, dat Henk structureel tijd tekortkomt om in alle denkbare sectoren zijn verhaal te vertellen. Dus doet hij dat (ook) graag in We Are Pioneers Magazine!
Ruilverkaveling
Henk: “Ik ben op een bijzondere manier ‘in de schelpkalk gerold’. Schelpkalk is oorspronkelijk een bouwmateriaal, dat gebruikt kan worden om te metselen, te stuken of zelfs hele gebouwen van te maken. Ik had weliswaar een opleiding gedaan om boer te worden en al of niet de boerderij van mijn ouders over te nemen, maar dat liep toch heel anders. In de tijd dat ik van de Tropische Landbouwschool afkwam, waar ik overigens gewoon de Nederlandse afdeling had gevolgd, was hét toverwoord in de landbouw namelijk ‘ruilverkaveling’. En ik maakte dat aan den lijve mee, want de boerderij van mijn ouders lag precies op een plek waarvoor meerdere grote boerenbedrijven wel belangstelling hadden. Wát een gedoe werd dat! De regel die gold, was: als de eigenaren van meer dan vijftig procent van de grond vóór waren, dan ging het door, ook al was meer dan de helft van de betrokken boeren tegen. Eigenlijk was dat de eerste keer dat ik merkte hoezeer je als ‘gewone man’ dan vermorzeld wordt door ‘de grotere belangen’; het is een rode draad geworden in mijn leven om me daartegen te verzetten. Maar op dat moment dacht ik vooral: ‘Het zijn de grote ingenieursbureaus die al die ruilverkavelingen voorbereiden en regelen; daar moet ik zijn.’ Dus ging ik naar de Hogere Bosbouw- en Cultuurtechnische School (HBCS).”
Boze boeren
En jawel hoor: Henk was nog maar net afgestudeerd toen het eerste bestek werd aanbesteed voor een ruilverkaveling. Hij zocht uit wie deze aanbesteding had gewonnen, namelijk de Groep Midden-Betuwe (GMB), belde de directeur op diens privéadres (“Ik had zijn
nummer gewoon uit het telefoonboek”), ging daar praten en had binnen 24 uur een baan als assistent-uitvoerder. En hij besloot op dat moment definitief: nee, ik word nooit boer.
Wel kreeg hij in zijn nieuwe baan natuurlijk volop te maken met boeren: vanaf het moment dat hij zijn arbeidscontract tekende, zat hij dagelijks tot laat in de avond aan de lijn met boze agrariërs, vanwege al het gedoe dat de herindeling van hun land opleverde. “Het bracht me op het randje van een burn-out,” blikt Henk terug. “Toen al! Dus toen ik gevraagd werd om bij hetzelfde GMB hoofd bedrijfsbureau te worden, heb ik dat meteen gedaan. In die functie was het mijn taak om de calculaties te maken en de inkoop te verzorgen voor projecten in de infrabouw en zuivering. En daar heb ik ongelofelijk veel geleerd in de zeventien jaar dat ik er heb gewerkt!”
Alternatieven
Wat Henk vooral leerde, was: niet alles klakkeloos aannemen, maar altijd kijken naar alternatieven. “Dan kwam er een bestek binnen, met daarin dus de eisen waaraan het aanbestede project moest voldoen, en dan dacht ik altijd meteen: ‘Wat kan er beter?’”, blikt hij terug. “Natuurlijk kun je helemaal volgens het bestaande bestek calculeren en offreren, maar dat deed ik vrijwel nooit. Juist omdat het gewenste resultaat vaak langs een andere weg veel beter of goedkoper bereikt kon worden.”Gerda: “Henks motto’s zijn KWW en ASD: ‘Kiek’n Wat ’t Wot’ en ‘Achterkant SigarenDoos’. Oftewel: ieder succesvol project begint met boerenverstand en een eenvoudige schets.”
Henk: “Soms leidden de afwijkende ideeën die ik had over de uitvoering van een werk tot nieuwe uitvindingen; ik heb al in die tijd best veel innovatieve producten en materialen ontwikkeld.”
Wedstrijdpaard
Het was echter niet alleen een leerzame tijd bij GMB, het waren ook tropenjaren. En Henk en Gerda hadden intussen een jong gezin. Dus gooide Henk op zijn
veertigste het roer om: hij werd eigen baas. En vanaf die periode in hun leven werd het hem en Gerda ook duidelijk dat de kansen die ze kregen, nooit zomaar toevallig op hun pad kwamen.